Josevanrosmalen.nl

Marietje

 

In het keukenkastje van mevrouw Willems staan de pilletjes die ze nodig heeft. Nu ze wat vergeetachtiger is geworden, is ze blij met de hulp die zij daarbij van Marietje krijgt. Ze regelt steeds meer voor haar. Zo maakt ze de medicijnen voor haar klaar en gaat ze voor haar naar de apotheek. Marietje is een schat. Haar dochter en haar vroegere vriendin doen steeds raarder, ze proberen haar te bedriegen, dat voelt ze wel. Marietje is de enige die ze nog kan vertrouwen. Ze kan gelukkig ook goed met geld omgaan, dat is allemaal zo ingewikkeld tegenwoordig.

Ze kijkt uit op het terras van de serviceflat. Hier wonen welgestelde ouderen, die vroeger dokter waren of professor. Haar man was ingenieur, ik geloof dat ik hem gisteren nog zag, dacht ze; hij is er een paar jaar geleden met een ander vandoor gegaan.

Marietje komt binnen. ‘Eerst de medicijnen’, zegt ze. Ze geeft mevrouw Willems een glas met zoete drank. Ze wordt er suf van en sukkelt op haar divan in slaap. Marietje trekt handschoenen aan en pakt de doos met juwelen; ze stopt de gouden sieraden in haar boodschappentas. Ze doet er wat scherven van een bordje voor in de plaats. Als mevrouw Willems wakker wordt staat de theepot klaar.

‘Lief van je’ zegt mevrouw Willems. ‘Dat je mij wil helpen, terwijl je pas weduwe bent geworden’. ‘Ja, och ja die man stierf aan een medicijnenvergiftiging’. Met jou wacht ik nog even, bedenkt Marietje, er staat nog twee ton op de rekening.  

‘Ik zou die dochter maar niet meer binnen laten, ze is uit op je spullen’. ‘Ja, ik weet het’, zegt mevrouw Willems, ‘ik word er verdrietig van, maar gelukkig heb ik jou nog’. ‘Kom je morgen weer en denk je aan je tas, Marietje?’

Vanuit het raam ziet ze Marietje wegfietsen. ‘Wat is ze toch goed voor me’. Mevrouw Willems zucht.

 

© José van Rosmalen, 2013