Josevanrosmalen.nl

Bommel en de werkplanner

 

Heer Bommel zat bij het haardvuur te dommelen. Buiten waaide een gure wind rond het slot. De ambtenaar eerste klas, Dorknoper, haastte zich met een brief naar Slot Bommelstein. Voor deze haast had hij speciale opdracht van burgemeester Dickerdack. Deze had namelijk verzucht dat er van Bommelstein geen werkplan bestond. ‘Wie kan dat zo laat zijn, met deze weersomstandigheden’, zo vroeg de trouwe bediende Joost zich af. Met permissie toch geen weer om zich nu buiten te begeven. Door het venster ontwaarde hij de ambtenaar eerste klas Dor­knoper. Joost ontgrendelde de deur en nam de enveloppe in ont­vangst. U dient morgenochtend een plan in te dienen. Het is niet langer verantwoord dat Bommelstein maar wat aanrommelt. Er dient gewerkt te worden en wel volgens een plan.

Was getekend Dicker­dack.

 

Bommel las de brief. Is dit aan een heer gericht, dat ik dat nu moet meemaken. Wat zou juffrouw Doddel daar niet van den­ken? Bommel trotseerde het weer en begaf zich naar zijn buur­vrouw. Zij riep: ‘Maar Bommel dat is toch een prachtige taak, werken volgens plan! Ik zou daar maar wat trots op zijn.’ ‘Tja, daar zit wat in’, gaf Bommel toe en hij ging terug. ‘Joost er moet een werkplan komen, we kunnen niet langer wachten.’ ‘Eh, heeft u klachten over de maaltijden of over de verzorging?’.

Bommel begreep dat dit klein gedacht was en zei, ‘neen voor een heer gaat het er om wel te doen. Iedereen moet wel kunnen doen.’ ‘Wat dacht u er van als iedereen een zak met dukaten krijgt?’ Bommel leek dat wel wat, in een flits zei hij ‘we noemen dat een persoonsge­bonden budget.’ De volgende ochtend vroeg begaf Bommel zich in de oude Schicht naar de Kleine Club. Hij zette zijn ideeën over het persoons­gebonden budget uiteen. Een zak geld voor iedereen. Een heer moet immers niet op zijn geld zitten.

Een onguur perso­nage luisterde door een kier naar deze conversatie. Hierin herken­nen trouwe lezers de gestalte van Bul Super, met daarnaast ineengedoken zijn metgezel Hiep Hieper. ‘Ik ruik superzaken zei Bul, die Bommel is weer bezig, met een werkplan haha. Geld voor iedereen. Dat budget wil ik wel beheren. We richten een budgethoudersvereniging op.’

Ondertussen raakte de burgemees­ter enthousiast over het idee. De gemeente zorgt voor zakken en Bommel zorgt voor geld. Zo kwam het dat Wammes Waggel die middag met een zak op zijn rug fluitend door Rommeldam liep. ‘Ik heb een budget, hihi, daar kan ik mee doen wat ik wil.’

Bul Super begreep dat hier zijn idee om het budget te beheren snel in de praktijk gebracht diende te worden. Geef maar hier die zak, ik zorg wel dat je waar voor je geld krijgt. Wammes Waggel keek sip toen die mooie zak weer van hem werd afgepakt. Maar nu krijg ik waar voor mijn geld. Zo verging het niet alleen Wammes Waggel, maar ook vele ande­ren.

Commissaris Bas vermoedde een wantoestand. Bommel is weer eens bezig. Dat kan nooit goed gaan, ik moet de burgemeester maar snel inlichten. Bul en Hiep zaten ondertussen tussen vele lege zakken de dukaten te tellen. ‘Dat gaat fantastisch, Hiep.’ Dickerdack ontving Bas. ‘Iedereen wordt van zijn zak beroofd.’ Dickerdack dacht, het is misschien toch niet zo'n goed idee geweest om Bommel aan het werk te zetten. Joost kwam in Bommelstein aan, berooid en zonder zak. ‘Geef mij maar weer een eenvoudig loon, met permissie.’ Heer Bommel sprak, het budget is een goede zaak, het staat immers in mijn plan. Tom Poes had inmiddels gezien dat de goede bedoelingen van heer Bommel door lage geesten werden verkwanseld. Die zakken met geld moeten niet langer worden gemaakt. Hij begreep dat het probleem niet zat in het geld, maar bij de zakken. Die werden namelijk geleverd door de gemeentelijke zakkenfabriek. Tom Poes begreep dat het een koud kunstje was om een paar zakkenwassers te vragen om de zakken zo goed te wassen dat ze verdwenen.

Bommel kwam zijn jonge vriend tegen en sprak, ‘het is toch maar beter om het werken volgens plan aan anderen over te laten. Je ziet waar het toe leidt; ik had je dat trouwens van te voren kunnen vertellen, met mijn ervaring. Ik doe graag wel zonder plan, als je begrijpt wat ik bedoel.’

© José van Rosmalen

 

opgenomen in bundel 'over grenzen'