Josevanrosmalen.nl

Een Twents sprookje

 

Weet je waar de naam Denekamp vandaan komt? Dat is een heel verhaal dat wel duizend jaar terug gaat. In die tijd had je de Noormannen die uit Denemarken en Noorwegen kwamen. Ook in Twente probeerden zij de baas te spelen.

De boer Olde Riekus in Twente was een sterke man. Twente mocht geen speelbal van die Vikingen worden. Hij bedacht een list om ze op hun zwakke plek te raken, zodat die noorderlingen uit het mooie Dinkelland zouden vertrekken. Hun behoefte om ’s avonds een vrouw te bezoeken was berucht.  Ze moesten nu in een val worden gelokt.

Olde Riekus en de andere mannen uit het dorp verkleedden zich als vrouw. De echte vrouwen schuilden even in het bos. De mannen droegen rokjes en grote borsten van gras, die door hun vrouwen waren gevlochten Die Noormannen konden nu een mooie Twentse vrouw krijgen! De mannen lokten hen mee naar grote zachte hooibergen. Daar zou het liefdesspel kunnen beginnen. Eenmaal in het hooi gelegen waren de hunkerende mannen weerloos. Van dat moment wisten de Twentse boeren handig gebruik te maken. De echte Twentse dames hielpen daarbij een stevig handje. De Denen en Noren moesten nu een rok aantrekken. Daaronder droegen zij niets.

Nu kon de wedstrijd klootschieten beginnen! Deze Twentse sport werd toen voor het eerst bedreven. Daarmee wonnen de Twentse mannen en vrouwen de strijd tegen de noorderlingen. Die strijd werd de Denenkamp genoemd. Later is die n ingeslikt. Zo is de naam Denekamp ontstaan. Denekamp werd later de grensplaats met Duitsland en het begin van de weg naar Denemarken. De traditie van het klootschieten is op die avond in oktober 1013 begonnen, nu precies duizend jaar geleden. Olde Riekus spookt nog wel eens rond in die streek. Als mannen vrouwen willen lastig vallen hebben ze een kwade aan hem. Het klootschieten is hij nog niet verleerd!

© José van Rosmalen, 2012