Josevanrosmalen.nl

De loopfiets

 

Naarmate ik ouder wordt gaat het lopen moeizamer, trappen lopen durf ik alleen nog als er een stevige leuning is en het om een beperkt aantal treden gaat. Ik ben de afgelopen jaren vaak gevallen en soms ook lelijk terechtgekomen, waardoor ik ook wel een zekere angst heb om op pad te gaan. Een progressieve aandoening houdt onherroepelijk in dat je geleidelijk aan bepaalde dingen moet opgeven of dat je op meer hulp en hulpmiddelen bent aangewezen. Tot nu toe heeft mij dit er niet van weerhouden om dingen te ondernemen en op pad te gaan.

Ik rijd met een fiets met trapondersteuning en een verlaagd zadel en ik kan dan mijn loopkruk meenemen. Deze fiets heb ik nu ruim een jaar en ik ben er erg blij mee; bijna dagelijks ga ik er mee op pad. Daarvoor had ik heel kort een driewielfiets met trapondersteuning, maar dat werd een drama. Ik kon niet goed met het sturen overweg en bij het eerste blokje in de buurt van mijn huis raakte ik van het fietspad op het talud naar de singel en reed ik met volle vaart het water in; ik kwam niet op de fiets terecht maar slingerde er overheen en viel pijnloos in het water vanwaar ik naar de kant zwom.

Het was een warme zondagmiddag nu tweeënhalf jaar geleden. Een auto met een man en vrouw stopten, ze hadden mij in het water zien rijden. Mijn loopkruk was in het water verdwenen en zonder hulp kon ik niet opstaan. Zij belden 112 en even later kwam er een ambulance en de politie. Mijn eigen mobiele telefoon had ik nog wel, maar hij werkte door het vocht niet meer. Zo werd ik door een politiewagen thuis afgezet met een kapotte driewielfiets die ik nog geen week in mijn bezit had gehad. Ik was met de schrik vrijgekomen; achteraf bedacht ik dat ik gelukkig meteen was gaan zwemmen en niet op de bodem had proberen te staan, waar ik met mijn hoge orthopedische schoenen in vast had kunnen zuigen.

Na dit avontuur duurde het een tijd voor ik weer aan het fietsen dacht, ik had even het gevoel dat het er niet meer inzat. Op mijn 59e had ik voor het laatst op een damesfiets gefietst maar het lukte me daarna niet meer om op gang te komen. Ik wilde toch doorzetten en overlegde met de revalidatiearts en met ergotherapeuten. Zij hebben mij gesteund om het serieus te proberen, onder meer door fietslessen. De eerste keren ging dat heel moeizaam, maar daarna kreeg ik het gevoel terug.

 Regelmatig fiets ik nu zo’n 20 kilometer en dat gaat goed. Ik ervaar dat als een overwinning. Nu fiets ik op een fiets met twee wielen en het ziet er ook niet als iets heel bijzonders uit, dat is zeker ook prettig. Het lopen gaat wat minder goed, ik heb weinig stabiliteit en ik kom maar langzaam vooruit.

 Een jaar geleden kwam ik met de metro terug van mijn wekelijkse zwemavond in het Rotterdamse revalidatiecentrum Rijndam. Bij het metrostation vlakbij mijn huis liep ik door het poortje en checkte ik uit met mijn OV chipkaart. Er kwamen enkele mensen na mij en ik voelde me wellicht een beetje onrustig, ik struikelde op de rubbermat voorbij het poortje en sloeg achterover met mijn hoofd tegen een glasplaat. Een jongeman en een vrouw bleven stilstaan. ‘Het bloedt meneer’. Ik voelde met mijn hand, de hele hand was rood, het bleef komen. Ook nu belde de jongen de politie, maar niet het 112 nummer. Hoewel ik mijn mobiele telefoon kon gebruiken was ik ook de regie kwijt. Even later belde ik toch mijn echtgenote die enkele minuten later kwam. Na een tijdje kwam de politie en een ambulance en werd ik in de ambulance onderzocht. De schade bleek mee te vallen, ik hoefde niet naar het ziekenhuis. Wel voelde ik nog enige tijd wat hoofdpijn. Deze val bracht me wel op het idee om verder na te denken over hulpmiddelen. Ik wist van de loopfiets, een fiets waar je op het zadel zit en dan loop- of stepbewegingen maakt. Bij de showroom van de revalidatiewinkel heb ik de loopfiets uitgeprobeerd. Hij beviel me goed. Ik heb hem toen ook drie dagen meegenomen in de bus naar Utrecht waar ik begin juni tijdens de Support Beurs in een stand actief was. Je ziet de loopfietsen als hulpmiddel niet zo vaak, maar ze hebben enkele voordelen boven bijvoorbeeld een scootmobiel, als je tenminste voldoende evenwichtsgevoel hebt om er mee om te gaan. Ze nemen veel minder ruimte in, ze zijn relatief voordelig in aanschaf en het belangrijkste is dat je actief je spieren gebruikt. Het risico om te vallen is voor mij daarbij ook veel kleiner dan wanneer ik loop.

 Het  aantal keren dat ik tijdens het lopen ben gevallen loopt inmiddels in  de honderden, ook al komt er dan meestal geen ambulance aan te pas. Wel is er altijd een afhankelijkheid van je omgeving, hetzij een fysiek steunpunt om mij aan op te kunnen trekken, hetzij mensen die mij helpen. Die afhankelijkheid  maakt je natuurlijk kwetsbaar, maar ik ondervind dat het ook bijna altijd goed gaat.

 Zo ging ik van de zomer een dag naar Parijs en bezocht daar het museum le Petit Palais. Bij een balie waar ik een audiotour kocht, zag ik een tentoonstellingsbord op een lat niet en ik viel op mijn billen. Er was meteen een suppoost om te helpen en even later een arts die vroeg of mijn val een fysieke of een mentale oorzaak had. Gelukkig kon ik hem de lat aanwijzen! Zo kom ik nog eens ergens, met de fiets, de loopfiets of de ouderwetse kruk!

© José van Rosmalen

 

opgenomen in bundel 'over grenzen