Josevanrosmalen.nl

Meiden aller landen

 

Op 15 april van dit jaar werden in Nigeria door de islamitische sekte Boko Haram 200 meiden in hun school opgepakt en met vrachtwagens weggevoerd. Hun ‘misdaad’ was dat zij westers onderwijs volgden. De  radicale sekte vindt dat onaanvaardbaar. Vrouwen en meisjes horen ondergeschikte wezens te zijn. Na de gijzeling bood de leider van Boko Haram de meisjes als slaven te koop aan.

Hier is sprake van gruwelijke en botte terreur en van fysiek en psychisch geweld tegen jonge vrouwen. Niet alleen de daad is verbijsterend, maar zeker ook het feit dat het onrecht blijft voortduren. Dit onrecht is bovendien helaas niet tot één land of één gebied beperkt.

Duizenden kilometers van Nigeria verwijderd, werd  in 2012 de Pakistaanse Malala Yousafsai  door een Talibanstrijder door het hoofd geschoten omdat zij streed voor het recht van meisjes om onderwijs te volgen. De Taliban ontzegt net als Boko Haram meisjes het recht op onderwijs en schuwt daarbij het gebruik van geweld niet. Gelukkig heeft Malala de aanslag op haar leven overleefd. Zij is bovendien haar strijdbaarheid niet verloren.

In mei 2014 ontving zij in Middelburg de prestigieuze Four Freedoms Award.  Zij is met haar zestien jaar de jongste die deze prijs ooit ontving. Ze spreekt overigens als een wijze volwassen vrouw.

Het recht van meisjes om te leren wordt in Nederland in het algemeen meer gerespecteerd. Toch kenden we ook in Nederland lange tijd een achterstand van meisjes ten opzichte van jongens als het gaat om onderwijskansen. Ik herinner me nog goed hoe in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd gesproken over het belang van onderwijs voor meisjes. Ik groeide toen op in het katholieke Brabant  en vaak zeiden de moeders,  ‘het is toch maar een meisje, die hoeft niet door te leren.’ Juist het feit dat vooral de moeders dat zeiden, is veelzeggend. Ik denk dat veel vrouwen die in de jaren vijftig en zestig zo in de dertig waren, zelf bewust of onbewust gewend waren aan een leven waarbij het huishouden en het moederschap hun maatschappelijke taken waren. De Huishoudschool bood daarvoor voldoende basis en de MULO was eigenlijk al hoog gegrepen. Een meisje dat door wilde leren zou het te ‘hoog in de bol’ kunnen krijgen. In de zestig jaar tussen de jaren vijftig en nu is er in Nederland veel veranderd. Sinds de invoering van de Mammoetwet bestaat er geen Huishoudschool meer. Ook de MMS, de Middelbare Meisjesschool, waar meisjes uit de ‘betere kringen’ hun talen leerden, maar geen wiskunde of natuurkunde, verdween van het toneel. Seksegelijkheid werd de norm in het Nederlandse onderwijs.

Bij de huidige generatie jonge vrouwen is de onderwijsachterstand ten opzichte van mannen ingelopen. Jongens en meisjes volgen in ongeveer gelijke mate hoger beroepsonderwijs en universitair onderwijs. Er zijn daarbij nog wel bolwerken van studies die vooral mannen of vrouwen trekken. De seksestereotypen zijn niet geheel verdwenen. Weinig vrouwen studeren technische natuurkunde en betrekkelijk weinig mannen kiezen voor een studie maatschappelijk werk.

Vergeleken met de gruwelijke toestanden in Nigeria of Pakistan, wonen en leven we hier in een paradijs van onderwijskansen. Hierbij passen toch ook een paar kanttekeningen.
In Nederland is er ook nu nog een achterstand van veel niet westerse allochtone vrouwen, die nauwelijks een opleiding  hebben gevolgd en die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn. Het Nederlandse inburgeringbeleid legt de verantwoordelijkheid vooral bij hen zelf. Dat is kortzichtig, omdat  niet alleen de betreffende vrouwen maar ook de samenleving als geheel lijdt onder laaggeletterdheid en analfabetisme. De Nederlandse samenleving zou ook in eigen belang wel wat meer solidariteit mogen opbrengen met vrouwen die om welke reden dan ook vanuit een arm land met weinig onderwijskansen hier terecht zijn gekomen.

Een tweede kanttekening die je bij het Nederlandse onderwijs kunt maken, is dat het accent steeds sterker wordt gelegd op het economisch belang van het onderwijs. Het leenstelsel dat in Nederland wordt ingevoerd, gaat hier ook van uit. Door onderwijs kun je meer gaan verdienen en dus mag je er wel aan meebetalen. Op zich zit er wel wat in deze redenering,  maar het is niet het hele verhaal. Kennis en inzicht zijn ook als zodanig van waarde, bijvoorbeeld omdat je dingen beter kunt begrijpen. Als je de waarde van onderwijs alleen af zou meten aan de dikte van je portemonnee, is dat wel een erg magere maatstaf.

Onderwijs is de basis om mee te doen aan de samenleving.  Dat geldt voor mannen en vrouwen. Het is een waanidee dat meisjes en vrouwen minder zouden hoeven te leren. Dat waanidee hebben we in Nederland grotendeels achter ons gelaten. Toch blijft de wereldwijde strijd voor gelijke rechten en gelijke onderwijskansen van mannen en vrouwen noodzakelijk.  Waar je wieg ook stond, je hebt recht op goed onderwijs. Een meisje van zestien uit Pakistan is daarbij voor ons allen een lichtend voorbeeld!

 

© José van Rosmalen, 2014